Vertellen is ...

Vertellen is een heel andere manier van kennis overdragen dan doceren. Iemand die doceert beschikt over objectieve kennis die de toehoorder zich eigen moet maken. Uitleggen en verklaren is zijn vak. De verteller geeft geen feiten maar ervaringen door en verhaalt zelfs van gebeurtenissen, die hij/zij zelf niet kan verklaren.  Een verteller legt niets uit en is eerder een soort verslaggever, maar dan wel één die kijkt door de ogen van een concreet personage. De toehoorder begrijpt het verhaal of niet.
De echte moeilijkheid is dat de verteller zich nergens achter kan verstoppen: niet achter een tekst, een projector, een methode, eventuele medespelers of de eigen rol. De verteller verstaat de kunst met lege handen te staan en moet erop vertrouwen dat de aanwezigen zich een voorstelling van de vertelde ervaring kunnen maken.
De verteller bouwt als het ware een brug tussen de luisteraar, zichzelf en het verhaal. Hij of zij probeert integer en authentiek te zijn in plaats van allerlei feiten te verkondigen. Vertellen is een kunst.  Ook al heeft hij /zij natuurlijk  nooit zelf  het beleg van Groningen in 1672  meegemaakt, het  is de bedoeling zich toch zo in dat beleg in te leven dat de vertelling hierover  waarheidsgetrouw overkomt. De verteller zal  daartoe alle informatie die ter beschikking staat ‘vertalen’ in (ingestudeerde) ervaring en emotie.

De verteller wil meer dan alleen maar een weergave van feiten: hij verplaatst zich in de ervaringen en emoties van iemand anders. Bijvoorbeeld: in plaats van over het beleg van Groningen les te geven probeert de verteller in de huid te kruipen van een vrouw  of man die de stinkbommen van 'Bommen Berend' over het eigen hoofd zag vliegen of zelfs  van het dak schepte. Samen met de toehoorders ontdekt hij het verhaal van persoon 'van toen' en dat maakt vertellen tot zo’n boeiende aangelegenheid. (Bron: De kunst van het vertellen – Handleiding voor het vertellen van verhalen  -Jan Swagerman )